Keyboard shortcuts

Press or to navigate between chapters

Press S or / to search in the book

Press ? to show this help

Press Esc to hide this help

Welkom bij het grote turnboek

Niveau’s

De niveau’s die in dit boek gehanteerd worden zijn grotendeels gebaseerd op de graden.

  • Wit
    • Beginnende turn(st)er
  • Geel
    • Graad 1
  • Oranje
    • Graad 2
  • Groen
    • Graad 3
  • Blauw
    • Graad 4
  • Paars
    • Graad 5
  • Roze
    • Graad 6
  • Rood
    • Graad 7
  • Zwart
    • Graad 8
  • Brons
    • Wedstrijd elementen rond de A en B
  • Zilver
    • Wedstrijd elementen rond de C en D
  • Goud
    • Wedstrijd elementen tussen de E en J

Lesgeven

Uitleg

  • Wie (geef aan welke leerlingen het betreft)
  • Wat (geef aan wat ze moeten doen)
  • Waar (geef de plaats aan waar ze dat moeten gaan doen)
  • Wanneer (geef aan wanneer ze hiermee moeten beginnen)
  • Welke wijze (geef aan hoe ze dit moeten doen)
  • Wat daarna (wat moeten ze doen wanneer ze klaar zijn)

Voorbereidingen

Warming up

Doel van de warming up

  • Spieren opwarmen om blessures te voorkomen
  • In de flow van de les komen

4 velden tikkertje

Verdeel het veld in 4 vakken. In elk vak staat 1 tikker. Tikkers mogen alleen in hun eigen vak tikken. Spelers mogen van vak naar vak rennen. Word je getikt dan word jij tikker in het vak waarin je getikt bent en de tikker word weer speler.

Animatie

Rood zijn de tikkers Blauw zijn de renners Groen zijn de randen van de velden

Vulkaan en ijshoorntjes

Elementen

Een lijst van alle elementen gesorteerd op geschatte moeilijkheid.

Wit

Vloer

Geel

Vloer

Oranje

Vloer

Groen

Vloer

Paars

Brug Ongelijk

Vloer

Roze

Vloer

Brons

Brug Ongelijk

Ringen

Zilver

Brug Ongelijk

Ringen

Ongesorteerde elementen

Vloer

Brug Ongelijk

Alle brug ongelijk elementen gesorteerd op geschatte moeilijkheid.

Paars

Brons

Zilver

Kip

  • Schuin vlakje onder de brug aanzweef met voeten net boven het vlakje. Je kunt dit forceren door bijvoorbeeld een pool noodle net boven het vlakje te houden
  • Schuin vlakje onder de brug aanzweef met voeten net boven het vlakje met bijvoorbeeld een pool noodle net boven het vlakje. Na de aanzweef moet de sporter de pool noodle met zijn voeten meenemen tegen de brug legger aan
  • Aanzweef tot voeten in trainers hand. Trainer duwt tegen de voeten, sporter moet door middel van aan de brug te trekken met rechte armen tot steun komen
  • Blok onder de brug. Brug met rechte armen vast houden, voeten op blok onder de brug. Door knieën zakken en jezelf tot steun trekken met rechte armen
  • Trapezoïde aan brug legger maken met behulp van lintjes. Sporter valt vanuit steun tot billen op de trapezoïden zwaait naar voren en bij terug zwaai met rechte armen tot steun trekken
  • Kip met elastiek vast aan bruglegger en onder de voeten van de sporter
  • Kip met elastiek om de rug via de bruglegger onder de voeten van de sporter

Kracht oefeningen

  • V hang
  • V hang schommeltjes
  • Hanging leg raises
  • Op rug liggen grond rekstok vastpakken met rechte armen en met rechte benen voeten naar de stok brengen en weer terug

Ophurken

  • Ophurken op een lijn
Voorbeeld video ▼
  • Ophurken op grond handstand blokje
  • Ophurken op grond rekstok Je kunt matrasje achter de grond rekstok leggen voor als de sporter door valt.

Veel gemaakte fouten

  • Schouders gaan niet ver genoeg naar voren of gaan zelfs naar achteren
  • Benen helemaal recht houden

The bail

Wippertje

Ringen

Alle ringen elementen gesorteerd op geschatte moeilijkheid.

Brons

Zilver

Achteropzet handstand

In trampoline bouncen naar handstand in de ringen

Voorbeeld video ▼

Vooropzet hoeksteun

Yamawaki

Tussen twee blokken liggen met schouders op de blokken voeten bij hoofd. Rol vw tot steun en rol vw tot lig van het blok af.

Voorbeeld video ▼

Vloer

Alle vloer elementen gesorteerd op geschatte moeilijkheid.

Wit

Geel

Oranje

Groen

Paars

Roze

Ongesorteerd

Arabier

Arabier met kruis voor handplaatsing

Handstand

Verschillende niveau’s van de handstand

Wit

Hoekje heupen boven schouders

Geel

Spinnetje neus tegen de mat met rechte armen.

Voorbeeld video ▼

Oranje

Handstand opgooi tegen dikke mat, rug tegen de mat aan.

Voorbeeld video correct uitgevoerd ▼
Voorbeeld video incorrect uitgevoerd ▼

Groen

Handstand opgooi tot verticaal op mat.

Paars

Handstand 2 seconden staan.

Roze

Handstand hip tip.

Oefeningen om de handstand te oefenen

Steunen en houding

  • Hoekje
Voorbeeld hoekje ▼
  • Hoekje 1 been omhoog
Voorbeeld hoekje linker been omhoog▼
Voorbeeld hoekje rechter been omhoog▼
  • Spinnetje tegen de mat
  • Handstand tegen de mat
  • Ligsteun tillen (door trainer) naar hoekje
  • Ligsteun tillen (door trainer) naar handstand via hoekje

Opgooi

Veel gemaakte fouten

Graden

Graden oefenstof versie 2024

Download oefenstof

Reglement

De Graden bestaan uit 8 niveaus, oplopend in de moeilijkheidsgraad. De 1e Graad is dan ook bedoeld voor de beginnende turner en turnster. De coach kijkt naar de haalbaarheid voordat de turner of turnster ingeschreven wordt. De turner of turnster mag starten op iedere Graad. Graden mogen overgeslagen worden. Als een Graad overgeslagen wordt mag deze bij een latere editie ingehaald worden. Eerder behaalde Graden mogen opnieuw gehaald worden. Per Graden dag kan men slechts voor één Graad opgaan.

Samenstelling van de Graden

De Graden bestaan uit de volgende toestellen:

  • Meisjes: (1) vloer, (2) brug ongelijk, (3) balk en (4) mini trampoline
  • Jongens: (1) vloer, (2) rekstok, (3) brug gelijk en (4) mini trampoline Maximaal 1 van deze 4 toestellen mag vervangen worden door:
  • Sprong (kast/pegases springen) (Graad 1 t/m 8)
  • Ringen zwaai (Graad 4 en hoger)

Oefenstof

De voorgeschreven elementen moeten in de beschreven volgorde worden uitgevoerd. Hulpmiddelen zijn niet verplicht. Het gebruik van hulpmiddelen welke niet zijn voorgeschreven wordt gezien als vangen/corrigeren; het element telt dan als niet herkenbaar geturnd. Bij zowel minitrampoline als sprong mogen de deelnemers kiezen of ze 1 sprong 2 keer uitvoeren, of 2 verschillende sprongen 1 keer uitvoeren. Het hoogste cijfer telt. Bij Graad 5 en hoger mag er 5 minuten worden in geturnd per toestel (per groep).

Aftrek

  • Indien niet alle voorgeschreven elementen herkenbaar zijn geturnd dan krijgt men maximaal een 6 voor de hele oefening.
  • Als een element onherkenbaar wordt geturnd, mag deze eenmaal herkanst worden. Als het element daarna: o Herkenbaar is, resulteert dit in alleen 0,5 punt aftrek. o Niet herkenbaar is, resulteert dit in maximaal een 6 voor de hele oefening.
  • Vangen/Corrigeren: het element telt niet
  • 3e graad: verkeerde volgorde geturnd en/of element voorzeggen door coach resulteert in eenmalig 0,5 punt aftrek
  • 4e graad en hoger: verkeerde volgorde geturnd en/of element voorzeggen door coach resulteert in 0,5 punt aftrek per keer Normen van slagen Een kandidaat is
  • Geslaagd Totaal van minimaal 24 punten en maximaal één onvoldoende (5 of lager)
  • Gezakt In alle overige gevallen

Graden

Graad 1

VLOER

  1. Handstand hoekje op blok of kastkop
  2. Radslag of wenden met gespreide benen
Voorbeeld video ▼
  1. Schommeltje op de rug met opgetrokken knieën
Voorbeeld video ▼
  1. Streksprong
  2. Koprol v.o.

EVENWICHTSBALK (Lage balk)

  1. Opklimmen op de balk, komen tot stand
  2. Voorwaarts met tik - stap
  3. In het midden van de balk komen tot hurkzit gevolgd door balk aantikken
  4. Tot het einde op je tenen lopen
  5. Streksprong af

ONGELIJKE BRUG (Lage legger op of boven schouder/borsthoogte)

  1. Opspringen tot steun aan de lage legger (evt. met hulpmiddel)
  2. Been over heffen, been terug heffen (hand moet naar buiten verplaatst worden)
  3. Wegzetten tot stand (legger vasthouden)
  4. Opspringen tot steun aan de lage legger (evt. met hulpmiddel), voorover duikelen
  5. Ondersprong vanuit stand over de stok (op kniehoogte)

BRUG GELIJK (lage brug)

  1. Opspringen tot steun, streksteun (mag evt. met plank)
  2. 3x zwaaien gevolgd door spreidzit voor
  3. Dijzit links
  4. Dijzit rechts
  5. Vanuit dijzit afspringen

REKSTOK (Lage rekstok op schouder/borsthoogte)

  1. Opspringen tot steun (evt. met hulpmiddel)
  2. Been over heffen, been terug heffen (hand moet naar buiten verplaatst worden)
  3. Wegzetten tot stand (stok vasthouden)
  4. Opspringen tot steun (evt. met hulpmiddel), voorover duikelen
  5. Ondersprong vanuit stand over de stok (op kniehoogte)

MINI TRAMPOLINE

  1. Streksprong
  2. Spreidsprong
  3. Hurksprong

SPRONG (kast minus 2 segmenten)

  1. Opspringen op de knieën, streksprong af
  2. Opspringen op de knieën, spreidsprong af

Graad 2

VLOER

  1. Vluchtige handstand
  2. Radslag (hoeft niet door verticaal)
  3. Vanuit hurkzit achterover aantikken en terug met de handen bij de oren
Voorbeeld video ▼
  1. Streksprong ½ draai
  2. Koprol v.o. zonder handen opstaan

EVENWICHTSBALK (Lage balk)

  1. Komen tot steun van de balk, 1 been overheffen, komen tot stand
  2. Achteruit lopen tot het midden, gevolgd door ½ draai in stand op 2 benen
  3. Op 1 been staan
  4. Tot het einde op je tenen lopen
  5. Streksprong af

ONGELIJKE BRUG (Lage legger op of boven schouderhoogte)

  1. Borstwaartsomtrek (evt. met hulpmiddel)
  2. Been over heffen, ½ draai, been terug heffen
  3. Wegzetten tot stand met rechte armen (legger vasthouden)
  4. Opspringen tot steun aan de lage legger, voorover duikelen tot buighang 1 sec
  5. Ondersprong vanuit stand over de stok (op kniehoogte) met rechte armen

BRUG GELIJK (lage brug)

  1. Opspringen tot steun, streksteun (2 sec) (mag evt. met plank)
  2. 2x zwaaien, gevolgd door spreidzit voor
  3. Vanuit spreidzit inzwaaien, gevolgd door dijzit links en rechts (of v.v.)
  4. Vanuit dijzit komen tot zwaai
  5. 2e achterzwaai neerspringen in de brug

REKSTOK (Lage rekstok op schouderhoogte)

  1. Borstwaartsomtrek (evt. met hulpmiddel)
  2. Been over heffen, ½ draai, been terug heffen
  3. Wegzetten tot stand met rechte armen (stok vasthouden)
  4. Opspringen tot steun, voorover duikelen tot buighang 1 sec
  5. Ondersprong vanuit stand over de stok (op kniehoogte) met rechte armen

MINI TRAMPOLINE

  1. Streksprong
  2. Hurksprong
  3. Streksprong ½ draai

SPRONG (kast minus 2 segmenten)

  1. Ophurken, hurksprong af
  2. Ophurken, spreidsprong af

Graad 3

VLOER

  1. (Vluchtige) handstand tot verticaal
  2. Radslag
  3. Koprol a.o. (mag evt. met plank)
  4. Streksprong ½ draai linksom en rechtsom (of v.v.)
  5. Koprol v.o. met gestrekte armen

EVENWICHTSBALK (Lage balk)

  1. Komen tot steun van de balk, 1 been overheffen zonder de balk te raken, komen tot stand
  2. Op je tenen achteruit lopen tot het midden, ½ draai in stand op 2 benen, gevolgd door streksprong
  3. 2 seconden op 1 been staan met je voet bij je knie (passé), daarna ook op andere been in passé (2 sec)
  4. Huppelen tot het einde van de balk
  5. Hurksprong af

ONGELIJKE BRUG (Lage legger)

  1. Borstwaartsomtrek (evt. met hulpmiddel)
  2. Been over heffen, ½ draai
  3. Knie af, knie op
  4. Wegzetten tot bolle stand met rechte armen
  5. Ondersprong met rechte armen

BRUG GELIJK (lage brug)

  1. Opspringen tot steun, hurksteun
  2. 2x zwaaien, gevolgd door spreidzit achter
  3. Vanuit spreidzit inzwaaien
  4. 2e achterzwaai spreidsluit
  5. Achter uitwenden tot dwarsstand

REKSTOK (Lage rekstok)

  1. Borstwaartsomtrek (evt. met hulpmiddel)
  2. Been over heffen, ½ draai
  3. Knie af, knie op
  4. Wegzetten tot bolle stand met rechte armen
  5. Ondersprong met rechte armen

MINI TRAMPOLINE

  1. Hurksprong
  2. Streksprong ½ draai
  3. Spreidhoeksprong

SPRONG (kast minus 1 segment)

  1. Ophurken, hurksprong af
  2. Opspreiden, spreidsprong af

Graad 4

VLOER

  1. Handstand
  2. Voorhup radslag
  3. Koprol a.o.
  4. Streksprong ½ draai linksom en rechtsom (of v.v.)
  5. Arabier

EVENWICHTSBALK (Lage of hoge balk)

  1. Komen tot steun, 1 been overheffen zonder te balk aan te raken, komen tot stand zonder dat de knieën de balk raken of ophurken (1 of 2 voeten).
  2. 2 sec in passé staan, daarna op andere been 4 seconden staan (2 sec passé daarna uitstrekken naar 2sec geheven en gestrekt been op of boven 45 graden)
  3. Trappelsprong
  4. ½ draai op 1 been, gevolgd door zweefhouding
  5. Streksprong ½ draai af

ONGELIJKE BRUG (Lage legger)

  1. Borstwaartsomtrek
  2. Knie af, knie op
  3. Buikdraai achterover
  4. 1 voet op de legger zetten (tussen de handen, of erbuiten met handverplaatsing) en weer terug
  5. Wegzetten tot stand gevolgd door ondersprong met gestrekte armen

BRUG GELIJK (lage brug)

  1. Opspringen met rechte armen, hurksteun 1 sec naar hoeksteun
  2. 2x zwaaien, gevolgd door spreidzit achter
  3. Vanuit spreidzit inzwaaien
  4. 2e achterzwaai spreidsluit achter gevolgd door spreidsluit voor
  5. Achter uitwenden tot dwarsstand

REKSTOK

  1. Borstwaartsomtrek
  2. Buikdraai
  3. Knie af, knie op
  4. Voorover duikelen tot buighang 2 sec
  5. Ondersprong vanuit steun

MINI TRAMPOLINE

  1. Streksprong ½ draai
  2. Spreidhoeksprong (Boven 45 graden)
  3. Hoeksprong

SPRONG (breedte kast minus 1 segment)

  1. Overhurken
  2. Overspreiden

RINGEN ZWAAI

  1. Minimaal 3x zwaaien
  2. ½ draai in
  3. ½ draai in
  4. 1/1 draai uit
  5. Achter afspringen tot stand

Graad 5

VLOER

  1. Handstand 1 sec.
  2. Radslag op 1 arm
  3. Koprol a.o. met rechte armen (mag evt. met plank)
  4. Streksprong 1/1 draai
  5. Arabier streksprong

EVENWICHTSBALK (Hoge balk)

  1. Ophurken
  2. Komen tot ruglig, achter hoofd de balk vasthouden, benen strekken naar verticaal (2 sec), gevolgd door komen tot (spreid)zit (of stand)
  3. ½ draai op 1 been in passé gevolgd door zweefhouding 2 sec
  4. Hurksprong
  5. 1/1 draai of arabier af

ONGELIJKE BRUG (Lage + hoge legger)

  1. Borstwaartsomtrek
  2. Kniedraai v.o. of a.o.
  3. Buikdraai achterover
  4. Wegzetten en ophurken met 1 (of 2) voet(en) (tussen de handen, of erbuiten met handverplaatsing)
  5. 3x zwaaien (vanuit overspringen, of met hulp aanspringen vanaf de grond)

BRUG GELIJK (lage brug)

  1. Opspringen met rechte armen, hoeksteun (1 sec.)
  2. Spreidzit, gevolgd door rol v.o.
  3. 3x zwaaien
  4. Spreidsluit achter gevolgd door spreidsluit voor
  5. Achter uitwenden boven horizontaal tot dwarsstand

REKSTOK (Lage en hoge rekstok)

  1. Borstwaartsomtrek
  2. Buikdraai direct gevolgd door wegzet tot stand met rechte armen (stok vasthouden)
  3. Ondersprong vanuit stand
  4. 3x zwaaien
  5. Bolle afsprong vanuit zwaai

MINI TRAMPOLINE

  1. Spreidhoeksprong (Op of boven horizontaal)
  2. Hoeksprong (Op of boven 45 graden)
  3. Salto v.o.

SPRONG (Kast minus 1 segment/Pegases laagste hoogte + verhoogd vlak)

  1. Handstand platval
  2. Arabier tot buiklig

RINGEN ZWAAI

  1. 1/1 draai in
  2. 1/1 draai uit
  3. Komen tot vouwhang in voorzwaai
  4. Vanuit vouwhang terugkomen tot strekhang in de voorzwaai
  5. Achter afspringen tot stand

Graad 6

VLOER

  1. Handstand doorrol of handstand ½ draai
  2. Radslag huppeltje radslag
  3. Koprol a.o. met rechte armen tot ligsteun (mag evt. met plank)
  4. Handstand hip tip platval (landing op matrasje)
  5. Arabier ½ draai

EVENWICHTSBALK (Hoge balk)

  1. Ophurken of opspreiden met gestrekte benen
  2. Koprol tot (spreid)zit of stand, gevolgd door ½ draai op 1 been met geheven en gestrekt been (op of boven 45 graden)
  3. Zweefhouding, schouders en been op of boven horizontaal, 2 sec
  4. Trappelsprong gevolgd door hurksprong
  5. Arabier of overslag af

ONGELIJKE BRUG (Lage + hoge legger)

  1. Borstwaartsomtrek met gesloten benen
  2. Molendraai v.o. of a.o.
  3. Buikdraai achterover met gestrekte benen
  4. Wegzetten en ophurken met 1 (of 2) voet(en), gevolgd door overspringen naar hoge legger
  5. 3x zwaaien (bolle houding in de achterzwaai), achter afspringen

BRUG GELIJK (lage brug of hoge brug)

  1. Kip tot spreidzit
  2. Rol v.o.
  3. Hoeksteun (2 sec)
  4. 3x zwaaien (minstens 1 zwaai achter minimaal horizontaal)
  5. Achter uitwenden boven horizontaal tot dwarsstand

REKSTOK (Hoge rekstok)

  1. Borstwaartsomtrek
  2. Buikdraai
  3. Ondersprongzwaai
  4. 3x zwaaien met bolle houding in de voor- en achterzwaai
  5. Afsprong vanuit zwaai met heupen op rekstok hoogte (bolle houding van achterzwaai)

MINI TRAMPOLINE

  1. Hoeksprong (Op of boven horizontaal)
  2. Streksprong 1/1 draai
  3. Salto v.o.

SPRONG (Kast/Pegases + verhoogd vlak minimaal 1.10m)

  1. Handstand platval (gespannen landing)
  2. Arabier tot buiklig (gespannen landing)

RINGEN ZWAAI

  1. 1/1 draai in, 1/1 draai uit
  2. Komen tot vouwhang in voorzwaai
  3. In de voorzwaai uitstrekken tot omgekeerde hang
  4. Zwaai in omgekeerde hang
  5. Afsprong vanuit omgekeerde hang in de voorzwaai

Graad 7

VLOER

  1. Arabier ½ draai radslag
  2. Koprol gevolgd door afzet met twee voeten naar handstand (doorrol)
  3. Stut op of boven 45 graden (mag evt. met plank)
  4. Overslag (mag evt. met plank) of loopoverslag
  5. Salto v.o. (mag evt. met plank)

EVENWICHTSBALK (Hoge balk)

  1. Oplopen tot stand, gevolgd door hele draai op 1 been
  2. Koprol
  3. Loopsprong of spagaatsprong
  4. (Vluchtige) handstand of vrije stand met geheven en gestrekt been boven 90 graden (2 sec)
  5. Overslag of salto v.o./a.o. af

ONGELIJKE BRUG (Grote brug)

  1. Hoekhang 2sec
  2. Borstwaartsomtrek met gesloten gestrekte benen of (loop)kip
  3. Buikdraai achterover met gestrekte heupen
  4. Ophurken met 2 voeten, gevolgd door overspringen naar hoge legger
  5. 3x zwaaien (bolle houding met voeten in voorzwaai op leggerhoogte), achter afspringen

BRUG GELIJK (hoge brug)

  1. (zweef)kip tot spreidzit of steun
  2. Hoeksteun (2 sec)
  3. Bovenarmstand
  4. 3x Zwaaien (minstens 1 zwaai voor en achter minimaal horizontaal)
  5. Achter uitwenden op of boven 45 graden boven de legger tot dwarsstand

REKSTOK (Hoge rekstok)

  1. Borstwaartsomtrek met gestrekte benen of kip
  2. Buikdraai met gestrekte benen, wegzetten minimaal horizontaal
  3. ¾ reus of achteropzet, gevolgd door ondersprongzwaai
  4. 3x zwaaien met heupen op rekstok hoogte
  5. 4e achterzwaai afspringen met heupen op rekstok hoogte (bolle houding van achterzwaai)

MINI TRAMPOLINE

  1. Salto v.o. gehurkt verhoging op (2x lichtblauwe mat)
  2. Salto v.o. gehoekt
  3. Salto v.o. gehurkt met ½ draai

SPRONG (Pegases minimaal 1.15m)

  1. Arabier
  2. Handstand overslag

RINGEN ZWAAI

  1. Komen tot vouwhang, gevolgd door disloqueren
  2. Komen tot vouwhang, uit vouwhang uitzwaaien met ½ draai gevolgd door ½ draai in
  3. 1/1 draai uit
  4. Zwaai in buighang
  5. Komen tot omgekeerde hang, gevolgd door afsprong vanuit omgekeerde hang in de voorzwaai

Graad 8

VLOER

  1. Radslag huppeltje arabier
  2. (Loop)Overslag of salto voorover
  3. Stut door handstand (mag evt. met plank)
  4. Handstand 1 sec. gevolgd door ½ draai
  5. Arabier spreidhoek (benen op horizontaal), arabier flikflak of arabier salto achterover

EVENWICHTSBALK (Hoge balk)

  1. Oplopen of opspringen tot stand
  2. Loopsprong naar hurksprong of Trappelsprong naar spagaatsprong
  3. Hele draai op 1 been
  4. 2 verschillende acrobatische elementen:
    • (Vrije) Koprol
    • (Vluchtige) Handstand tot verticaal of Dwars handstand
    • Radslag
    • Arabier
    • Boogje
  5. Salto v.o./a.o. of Vrije arabier of Overslag ½ draai af

ONGELIJKE BRUG (Grote brug)

  1. Borstwaartsomtrek met gesloten gestrekte benen of (loop)kip
  2. Buikdraai achterover met gestrekte heupen met voeten op leggerhoogte
  3. Ophurken met 2 voeten, gevolgd door overspringen naar hoge legger
  4. 1 tot 3x zwaaien aan de hoge legger (voorzwaai bolle houding met voeten op leggerhoogte)
  5. a. Salto af b. Komen tot steun op de hoge legger, wegzet naar tegenspreiden ½ draai af

BRUG GELIJK (hoge brug)

  1. Zweefkip tot steun
  2. Hoeksteun (2 sec)
  3. Bovenarmkip / stille kip
  4. 3x Zwaaien (minstens 1 zwaai voor minimaal horizontaal, achter tot boven 45 graden)
  5. Zwaai tot vluchtige handstand uitwenden tot dwarsstand

REKSTOK (Hoge rekstok)

  1. Borstwaartsomtrek met gestrekte benen of kip
  2. Buikdraai met gestrekte benen, wegzetten minimaal horizontaal, gevolgd door ondersprongzwaai
  3. Achteropzet of ¾ reus
  4. Wegzet minimaal horizontaal naar zwaai
  5. a. Salto af (mag met tussenzwaai) b. Komen tot steun op de rekstok, wegzet naar tegenspreiden ½ draai af

MINI TRAMPOLINE

  1. Salto v.o. gehoekt verhoging op (2x lichtblauwe mat)
  2. Salto v.o. gehoekt met ½ draai
  3. Salto v.o. gestrekt

SPRONG (Pegases minimaal 1.20m)

  1. Arabier met ½ draai
  2. Handstand overslag

RINGEN ZWAAI

  1. Komen tot vouwhang, gevolgd door disloqueren
  2. Komen tot vouwhang, uit vouwhang uitzwaaien met ½ draai
  3. 1/1 draai in, 1½ draai uit
  4. Zwaai in buighang
  5. Salto af

Graden toepassen in je les

Clubkampioenschappen

Reglement Clubkampioenschappen (versie 2018)

De clubkampioenschappen bestaan uit de volgende toestellen:

Dames

  • Lange mat
  • Balk
  • Brug ongelijk
  • Minitramp of kast

Heren

  • Lange mat
  • Rekstok
  • Brug gelijk
  • Minitramp of kast

De deelnemers mogen maar één sprong toestel doen, men moet dus een keuze maken tussen minitrampoline of kast.

Leeftijdscategorieën

  • 5 / 6 jaar
  • 7 / 8 jaar
  • 9 / 10 jaar
  • 11 / 12 jaar
  • 13 / 14 / 15 / 16 / 17 jaar
  • 18 jaar en ouder

Oefenstof

De oefenstof is per leeftijdscategorie opgebouwd uit een aantal verplichte basiselementen. Het turnen van al deze elementen geeft een 6,0 voor de D-score (de score voor de moeilijkheid van de oefening). Daarnaast staan per oefening pluselementen beschreven, die ofwel in plaats van het basiselement geturnd worden, of kunnen worden toegevoegd aan de oefening. Hiermee kan de D-score worden verhoogd met 0,5 pt per pluselement. De D-score wordt gemiddeld met de E-score (de score voor de uitvoering van de oefening). De oefeningen moeten zelfstandig en in de beschreven volgorde worden uitgevoerd.

  • Verplicht onderdeel niet geturnd geeft een aftrek van 0,5 pt op de D-score
  • Vangen / corrigeren: het onderdeel telt niet. Dit geeft 0,5 pt aftrek op de D-score
  • Voorzeggen mag alleen bij de jongste deelnemers (5/6 en 7/8 jaar). Bij hogere leeftijden geeft dit een aftrek van 0,5 pt.
  • Deelnemers van 11 jaar en ouder hebben recht op 5 minuten inturnen per toestel (per groep)

Oefenstof Versie 2024

DAMES - LANGE MAT Versie 2024

5/6 jaar (uitgangswaarde 6,0 voor 4 basisonderdelen. Max is 8,5)

BasisonderdelenPlusonderdelen (+0,5 pt per element)
1Trappelsprong
2Koprol vooroverKoprol voorover zonder handen opstaan met de voeten bij elkaar
3Streksprong ½ draai
4Vanuit hurkzit achterover aantikkenKoprol achterover (met plank)
5Zweefstand
6Radslag
7Vluchtige handstand

7/8 jaar (uitgangswaarde 6,0 voor 5 basisonderdelen. Max is 8,5)

BasisonderdelenPlusonderdelen (+0,5 pt per element)
1Loopsprong
2Koprol voorover zonder handen opstaanKoprol voorover met rechte armen
3Streksprong ½ draaiStreksprong 1/1 draai
4Koprol achterover (met plank)Koprol achterover (zonder plank)
5Vluchtige handstandHandstand met gesloten benen tot verticaal
6Radslag

9/10 jaar (uitgangswaarde 6,0 voor 5 basisonderdelen. Max is 8,5)

BasisonderdelenPlusonderdelen (+0,5 pt per element)
1Koprol achterover (zonder plank)Koprol achterover met rechte armen (met plank)
2Streksprong 1/1 draai
3Koprol voorover met rechte armen
4Handstand met gesloten benen tot verticaalHandstand doorrollen met rechte armen
5Hele draai op 1 been
6RadslagRadslag op één arm
7Arabier met kaats

11/12 jaar (uitgangswaarde 6,0 voor 6 basisonderdelen. Max is 8,5)

BasisonderdelenPlusonderdelen (+0,5 pt per element)
1Koprol voorover met rechte armenKoprol voorover uitdrukken tot handstand
2Hele draai op 1 been
3Koprol achterover met rechte armen (met plank)Koprol achterover met rechte armen (zonder plank)
4Handstand doorrollen met rechte armenHandstand 2 sec staan, evt. met doorrollen
5Radslag op één armRadslag op één arm, huppeltje radslag
6Arabier met kaats
7Overslag

13 / 14 / 15 / 16 / 17 jaar (uitgangswaarde 6,0 voor 5 basisonderdelen. Max is 8,5)

BasisonderdelenPlusonderdelen (+0,5 pt per element)
1Koprol voorover uitdrukken tot handstandKoprol voorover met rechte benen uitdrukken tot handstand
2Koprol achterover met rechte armen (zonder plank)Stut
3Handstand 2 sec staanHandstand ½ draai
4Arabier met kaatsArabier spreidhoeksprong
5Overslag
6Salto voorover (mag met plank)

18+ (uitgangswaarde 6,0 voor 6 basisonderdelen. Max is 8,5)

BasisonderdelenPlusonderdelen (+0,5 pt per element)
1Koprol voorover, met rechte benen uitdrukken tot handstand
2Stut
3Handstand ½ draaiHandstand 1/1 draai
4Arabier spreidhoeksprongArabier flikflak of arabier salto
5OverslagLoopoverslag overslag
6Salto voorover met plankSalto voorover zonder plank
7Boogje achterover

DAMES - BALK Versie 2024

5/6 jaar (uitgangswaarde 6,0 voor 7 basisonderdelen. Max is 8,5) Hoogte: lage balk

BasisonderdelenPlusonderdelen (+0,5 pt per element)
1Via hulpmiddel (poot balk) komen tot spreidzit op balk, komen tot stand op balkOpspringen tot steun, komen tot spreidzit op de balk, komen tot stand op de balk
2Na enkele pasjes op een been staan met voet bij knieOok met het andere been standbeen
3Voorwaarts gaan met tik voor en pas voorwaarts tot einde
4Einde balk omdraaien½ draai op 2 benen
5Na enkele pasjes in hurkzit de balk aantikken
6Lopen tot einde van de balkOp de tenen lopen tot einde van de balk
7Streksprong afSpreidsprong af

7/8 jaar (uitgangswaarde 6,0 voor 6 basisonderdelen. Max is 8,5) Hoogte: lage balk

BasisonderdelenPlusonderdelen (+0,5 pt per element)
1Opspringen tot steun op midden van de balk, komen tot spreidzit op de balk, komen tot stand op de balkOpspringen tot steun op midden van de balk, been over balk tot spreidzit zonder balk te raken met gestrekt been, komen tot stand
2½ draai op 2 benen½ draai op 2 benen hoog op de tenen
3Achteruit lopen tot einde balkAchteruit lopen tot einde balk op de tenen
4Na enkele pasjes twee keer op een been staan, voet bij knie, afwisselend met beide standbenenEén van de twee keer geheven been horizontaal doorstrekken
5Op de tenen lopen tot einde balk
6Spreidsprong afHurksprong af

9/10 jaar (uitgangswaarde 6,0 voor 6 basisonderdelen. Max is 8,5) Hoogte: hoge balk

BasisonderdelenPlusonderdelen (+0,5 pt per element)
1Opspringen tot steun op midden van de balk, been over balk tot spreidzit zonder balk te raken met gestrekt been, komen tot standOpspringen tot steun op midden van de balk, komen tot spreidzit, hoekje en komen tot stand op de balk
2½ draai op 2 benen, hoog op de tenen½ op één been met voet bij knie
3Achteruit lopen tot einde balk op de tenen
4Zweefstand met armen naast de oren
5Lopen naar het midden van de balk, gevolgd door een streksprongLopen naar het midden van de balk, gevolgd door een trappelsprong
6Huppelen tot einde balk
7Hurksprong afStreksprong ½ draai af

11/12 jaar (uitgangswaarde 6,0 voor 7 basisonderdelen. Max is 8,5) Hoogte: hoge balk

BasisonderdelenPlusonderdelen (+0,5 pt per element)
1Ophurken of opspreidenDoorhurken, daarna komen tot stand op de balk
2Zweefstand met armen naast de oren
3Midden van de balk streksprongMidden van de balk hurksprong
4Trappelsprong
5½ op één been met voet bij knie
6Loopsprong
7Koprol tot rijzitKoprol tot stand
8Streksprong ½ draai afArabier af

13 / 14 / 15 / 16 / 17 jaar (uitgangswaarde 6,0 voor 6 basisonderdelen. Max is 8,5) Hoogte: hoge balk

BasisonderdelenPlusonderdelen (+0,5 pt per element)
1Ophurken/opspreiden/doorhurken en daarna komen tot stand op de balk
2Vluchtige handstandHandstand 1 sec
3(Chassé) loopsprong(Chassé) loopsprong gevolgd door trappelsprong
4½ op één been met voet bij knieStreksprong ½ draai
5Koprol tot stand
6Hele draai op één been
7Arabier afOverslag af

18+ (uitgangswaarde 6,0 voor 6 basisonderdelen. Max is 8,5) Hoogte: hoge balk

BasisonderdelenPlusonderdelen (+0,5 pt per element)
1Ophurken / opspreiden / doorhurken en daarna komen tot stand op de balkOplopen
2Handstand 1 sec
3(Chassé) loopsprong direct gevolgd door trappelsprong
4Streksprong ½ draai
5Koprol tot standVrije rol
6Radslag
7Hele draai op één been
8Overslag afSalto af

DAMES - BRUG ONGELIJK

5/6 jaar (uitgangswaarde 6,0 voor 5 basisonderdelen. Max is 8,5)

BasisonderdelenPlusonderdelen (+0,5 pt per element)
1Opspringen tot steun (eventueel met hulpmiddel)Borstwaartsomtrek (met hulpmiddel)
2Een been overheffenEen been gestrekt overheffen zonder ligger te raken
3Halve draai
4Andere been terugheffen en komen tot steunAndere been gestrekt terugheffen zonder ligger te raken
5Voorover duikelen
6Buighang 2 seconden
7Opspringen tot steun → wegzetten tot stand, landen vrij van ligger

7/8 jaar (uitgangswaarde 6,0 voor 6 basisonderdelen. Max is 8,5)

BasisonderdelenPlusonderdelen (+0,5 pt per element)
1Borstwaartsomtrek (met hulpmiddel)Borstwaartsomtrek (zonder hulpmiddel)
2Hoge steun, uitduwen bolle bovenrug, ligger bij bovenbenen
3Beide benen overheffenBeide benen gestrekt overheffen zonder ligger te raken
4Achterover duikelen
5Opspringen tot steun
6Opspringen tot steun, wegzetten tot stand landen met armen vrij van de liggerOpgooien en weer eindigen in steun
7Voorover duikelenVoorover duikelen tot buighang 2 seconden

9/10 jaar (uitgangswaarde 6,0 voor 6 basisonderdelen. Max is 8,5)

Oefening dient te worden uitgevoerd op de lage ligger van de voorste spanbrug. Eventueel met dikke matten eronder.

BasisonderdelenPlusonderdelen (+0,5 pt per element)
1BorstwaartsomtrekBorstwaartsomtrek zonder afzet met gesloten benen
2Hoge steun, in steun uitduwen met bolle rug ligger bij bovenbenenHoge steun in steun uitduwen met bolle rug, ligger bij knieën
3OpgooienOpgooien tot horizontaal, heupen op schouderhoogte
4Direct gevolgd door buikdraai
5Knie af, knie opKniedraai voorover of achterover
6Kniedraai andere kant op
7Been terugheffen en ondersprong vanuit steun

11/12 jaar (uitgangswaarde 6,0 voor 6 basisonderdelen. Max is 8,5)

Oefening dient te worden uitgevoerd op de voorste spanbrug.

BasisonderdelenPlusonderdelen (+0,5 pt per element)
1BorstwaartsomtrekBorstwaartsomtrek zonder afzet met gesloten benen
2OpgooienOpgooien tot horizontaal, heupen op schouderhoogte
3Direct gevolgd door buikdraai
4Buikdraai voorover
5Kniedraai voorover of achteroverMolendraai voorover of achterover
6Tot stand komen op lage ligger gevolgd door aanspringen hoge liggerOphurken met 1 of 2 voeten op lage ligger gevolgd door aanspringen hoge ligger
73 keer zwaaien en de 3e achterzwaai loslaten

13 / 14 / 15 / 16 / 17 jaar (uitgangswaarde 6,0 voor 5 basisonderdelen. Max is 8,5)

Oefening dient te worden uitgevoerd op de voorste spanbrug.

BasisonderdelenPlusonderdelen (+0,5 pt per element)
1Borstwaartsomtrek zonder afzet met gesloten benen
2Buikdraai achterover met opgooi horizontaal
3Buikdraai voorover
4Molendraai voorover of achteroverMolendraai beide kanten op
5Komen tot stand op de lage ligger gevolgd door aanspringen hoge liggerOphurken met twee voeten gevolgd door aanspringen hoge ligger
63 keer zwaaien en de 3e achterzwaai loslatenBorstwaartsomzwaai
7Ondersprong vanuit steun

18+ (uitgangswaarde 6,0 voor 6 basisonderdelen. Max is 8,5)

Oefening dient te worden uitgevoerd op de voorste spanbrug.

BasisonderdelenPlusonderdelen (+0,5 pt per element)
1Borstwaartsomtrek zonder afzet met gesloten benenKip
2Buikdraai achterover met opgooi horizontaal
3Ophurken met twee voeten
4Zolendraai of wippertje
5Borstwaartsomzwaai3 keer zwaaien direct gevolgd door borstwaartsomzwaai
6Buikdraai voorover of achterover aan hoge liggerBuikdraai voorover én achterover aan hoge ligger
7Ondersprong vanuit steunUitzwaaien salto achterover af

DAMES / HEREN - MINI TRAMPOLINE

Deelnemers moeten twee sprongen maken. Dat mogen twee verschillende sprongen zijn, maar men mag ook twee keer dezelfde sprong maken. Het gemiddelde van beide sprongen telt.

NrD-score
16,5
27,0
37,5
48,0
58,5

5/6 jaar

NrElement
1Streksprong
2Spreidsprong
3Hurksprong
4Streksprong ½ draai
5Spreidhoeksprong

7/8 jaar

NrElement
1Streksprong
2Spreidsprong
3Hurksprong
4Streksprong ½ draai
5Spreidhoeksprong

9/10 jaar

NrElement
1Hurksprong
2Streksprong ½ draai
3Spreidhoeksprong
4Hoeksprong
51/1 draai

11/12 jaar

NrElement
1Streksprong ½ draai
2Spreidhoeksprong
3Hoeksprong
41/1 draai
5Salto voorover

13 / 14 / 15 / 16 / 17 jaar

NrElement
1Spreidhoeksprong
2Hoeksprong
31/1 draai
4Salto voorover
5Barani

18+

NrElement
11/1 draai
2Salto voorover
3Barani
4Hoeksalto
5Streksalto

DAMES / HEREN - SPRINGKAST / PEGASES

Deelnemers moeten twee sprongen maken. Dat mogen twee verschillende sprongen zijn, maar men mag ook twee keer dezelfde sprong maken. Het gemiddelde van beide sprongen telt.

NrD-score
16,5
27,0
37,5
48,0
58,5

5/6 jaar - Breedte kast, min 2 delen

NrElement
1Landen op de knieën, streksprong af
2Hurk op, streksprong af
3Hurk op, hurksprong af
4Spreid op, streksprong af
5Spreid op, hurksprong af

7/8 jaar - Breedte kast, min 1 deel

NrElement
1Landen op de knieën, streksprong af
2Hurk op, streksprong af
3Hurk op, hurksprong af
4Spreid op, streksprong af
5Spreid op, hurksprong af

9/10 jaar - Breedte kast (eventueel min 1 deel)

NrElement
1Hurk op, streksprong af
2Hurk op, hurksprong af
3Spreid op, hurksprong af
4Over hurken
5Over spreiden

11/12 jaar

NrElement
1Hurk op, hurksprong af
2Spreid op, hurksprong af
3Over hurken
4Over spreiden
5Over spreiden over lengte kast (of pegases min. hoogte 1,15 m)

13 / 14 / 15 / 16 / 17 jaar

NrElement
1Over hurken
2Over spreiden
3Over spreiden over lengte kast (of pegases min. hoogte 1,15 m)
4Over hurken over lengte kast (of pegases min. hoogte 1,15 m)
5Handstand-overslag (pegases min. hoogte 1,15 m of kast)

18+ - Pegases (minimale hoogte 1,15 m)

NrElement
1Over hurken
2Over spreiden
3Handstand-overslag
4Arabier
5Handstand-overslag ½ draai

Wat is gamification?

Voorbeelden van gamification?

Blokken toren bouwen

Geef de kinderen een opdracht. Voeren ze deze opdracht uit naar de afgesproken eis (beoordeeld door trainer) dan verdienen ze één blok. Alle kinderen gaan samen een grote blokken toren bouwen, valt de toren om dan zijn ze “af” en moeten ze allemaal aan de kant gaan zitten voor de volgende opdracht.