Keyboard shortcuts

Press or to navigate between chapters

Press S or / to search in the book

Press ? to show this help

Press Esc to hide this help

Graad 1

VLOER

  1. Handstand hoekje op blok of kastkop
  2. Radslag of wenden met gespreide benen
Voorbeeld video ▼
  1. Schommeltje op de rug met opgetrokken knieën
Voorbeeld video ▼
  1. Streksprong
  2. Koprol v.o.

EVENWICHTSBALK (Lage balk)

  1. Opklimmen op de balk, komen tot stand
  2. Voorwaarts met tik - stap
  3. In het midden van de balk komen tot hurkzit gevolgd door balk aantikken
  4. Tot het einde op je tenen lopen
  5. Streksprong af

ONGELIJKE BRUG (Lage legger op of boven schouder/borsthoogte)

  1. Opspringen tot steun aan de lage legger (evt. met hulpmiddel)
  2. Been over heffen, been terug heffen (hand moet naar buiten verplaatst worden)
  3. Wegzetten tot stand (legger vasthouden)
  4. Opspringen tot steun aan de lage legger (evt. met hulpmiddel), voorover duikelen
  5. Ondersprong vanuit stand over de stok (op kniehoogte)

BRUG GELIJK (lage brug)

  1. Opspringen tot steun, streksteun (mag evt. met plank)
  2. 3x zwaaien gevolgd door spreidzit voor
  3. Dijzit links
  4. Dijzit rechts
  5. Vanuit dijzit afspringen

REKSTOK (Lage rekstok op schouder/borsthoogte)

  1. Opspringen tot steun (evt. met hulpmiddel)
  2. Been over heffen, been terug heffen (hand moet naar buiten verplaatst worden)
  3. Wegzetten tot stand (stok vasthouden)
  4. Opspringen tot steun (evt. met hulpmiddel), voorover duikelen
  5. Ondersprong vanuit stand over de stok (op kniehoogte)

MINI TRAMPOLINE

  1. Streksprong
  2. Spreidsprong
  3. Hurksprong

SPRONG (kast minus 2 segmenten)

  1. Opspringen op de knieën, streksprong af
  2. Opspringen op de knieën, spreidsprong af